top of page
7. Wij Zijn Engelenwezens
Onze Conclusie: Wij Zijn de Engelenwezens van de Maker van het Universum
Volgens onze overtuigingen speelt de mens een bijzondere rol als goddelijke schepping. Door de ethische en morele kwaliteiten die we bezitten, en onze capaciteit om goedheid en positieve veranderingen te bevorderen, worden wij gezien als 'engelenwezens' die de intenties en waarden van de Schepper in de wereld brengen.
Betekenis van het woord 'Engel'
Het woord 'engel' heeft een interessante etymologische oorsprong. Het komt van het Oudhoogduitse woord "engil," dat verwant is aan het Oudengelse woord "enigel" en het Oudsaksische woord "engil." Deze termen zijn afgeleid van het Latijnse woord "angelus" (ἄγγελος), wat "boodschapper" betekent.
De betekenis van 'engel' heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld. In religieuze contexten worden engelen vaak gezien als bovennatuurlijke wezens die dienen als boodschappers van God (Allah, Elohim, El) of als beschermers van mensen. Het concept van een "engel" passen wij toe op menselijke wezens die goede daden verrichten, dienstbaar zijn aan anderen en een positieve invloed hebben op de wereld om hen heen. Zo zouden wij ook 'engelen' kunnen zijn in de zin dat we de potentie hebben om goede boodschappers te zijn, dienstbaarheid aan anderen te tonen en positieve veranderingen in de wereld te bewerkstelligen. Het idee is dat mensen de capaciteit hebben om als boodschappers van vrede, liefde, verlossing en rechtvaardigheid op te treden, vergelijkbaar met hoe engelen in religieuze overleveringen worden gezien.
Goddelijke schepping
Alle drie de Abrahamitische religieuze tradities (Islam, Christendom en Jodendom) geloven in de goddelijke schepping van de mensheid. Volgens de Koran werden mensen geschapen door Allah, in de Bijbel spreekt Genesis van God die de mens naar zijn eigen beeld schiep (in de Hadith Al Bukhari en Moeslim van de Moslims overigens ook), en de Torah benadrukt de schepping van de mensheid door God. Deze overeenkomstige overtuigingen leggen de basis voor het idee dat mensen een speciale plaats innemen als goddelijk geschapen wezens, in zekere zin vergelijkbaar met engelen.
In de Koran, Soera 38:71-72, staat geschreven: "Toen Ik hem volmaakt had gemaakt en Mijn geest erin had geblazen, valt dan in onderwerping voor hem neer." Deze verzen wijzen op de goddelijke schepping van de mens. In Genesis 1:26-27 in de Bijbel wordt ook verklaard dat de mens naar Gods beeld is geschapen, en in Genesis 2:7 wordt beschreven hoe God de adem van het leven in de mens blies. De Torah, in Genesis 2:7, deelt een vergelijkbare boodschap.
Moreel bewustzijn
In alle drie de heilige geschriften wordt benadrukt dat mensen een moreel bewustzijn hebben en het vermogen om onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Dit morele aspect van mens-zijn weerspiegelt de ethische aard van engelen, die vaak worden beschouwd als hemelse wezens die dienen in overeenstemming met goddelijke moraal.
De Koran benadrukt het morele bewustzijn van de mens in Soera 91:7-10, waar staat: "Bij de ziel en Hem Die haar gevormd heeft en haar vervolmaakt heeft. Toen haar het vermogen tot goed en kwaad gegeven is." In de Bijbel wordt het morele besef van goed en kwaad benadrukt in Genesis 3:22, waar de mens, na het eten van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad, zich bewust wordt van moraliteit. De Torah spreekt ook over het morele onderscheid in Deuteronomium 30:15-16.
Roeping tot dienstbaarheid
Zowel de Bijbel als de Koran benadrukken de roeping van mensen om God te dienen en medeschepselen lief te hebben. Deze roeping tot dienstbaarheid is vergelijkbaar met de engelen die, volgens verschillende religieuze overleveringen, God dienen en zijn bevelen uitvoeren. De Torah benadrukt ook het belang van gerechtigheid en het naleven van goddelijke geboden.
In de Koran wordt de roeping tot dienstbaarheid aan God beschreven in Soera 51:56, waar staat: "En Ik heb de mens en de djinn (geesten) slechts geschapen om Mij te dienen." In Matteüs 22:37-39 van de Bijbel geeft Jezus aan dat het grootste gebod is om God lief te hebben en de naaste als zichzelf. De Torah benadrukt dienstbaarheid aan God in Deuteronomium 10:12-13.
Zondeloosheid in de oorsprong
De oorspronkelijke staat van de mensheid in de religieuze geschriften wordt vaak beschreven als zuiver en zondeloos, vergelijkbaar met de engelen in hun oorspronkelijke, ongevallen staat. Hoewel de mensheid later in zonde viel, zijn er in deze tradities duidelijke verwijzingen naar het goddelijke potentieel van mensen en hun vermogen om terug te keren naar de goddelijke genade.
De Koran verhaalt over de zondeloze oorsprong van de mens in Soera 20:121-122, waar staat: "Toen aten zij daarvan. Toen werd hun naaktheid hun duidelijk en zij begonnen samen bladeren van de tuin te plukken om zich mee te bedekken." In de Bijbel wordt de zondeloze oorsprong beschreven in Genesis 2:25, waar de mens en zijn vrouw beiden naakt waren en zich niet schaamden. De Torah bevestigt dit in Genesis 2:25 (inderdaad de Christenen en Joden zien beide Genesis als heilig geschrift).
Eeuwig leven
Zowel de Bijbel als de Koran spreken over het eeuwige leven voor degenen die God dienen en Zijn geboden gehoorzamen. Dit aspect van het menselijk bestaan, dat reikt naar een spirituele dimensie na dit aardse leven, weerspiegelt de goddelijke aard van engelen, die vaak worden geassocieerd met het eeuwige en hemelse rijk.
De Koran spreekt over het eeuwige leven voor degenen die geloven en goede daden verrichten, zoals vermeld in Soera 2:82. In de Bijbel belooft Jezus eeuwig leven aan degenen die in Hem geloven, zoals te vinden is in Johannes 3:16. De Torah benadrukt het belang van het eeuwige leven in Leviticus 18:5.
Zelfbeeld
Het idee van jezelf als een engelwezen kan dienen als een mentaal schild tegen negatieve gedachten en invloeden. Het kan je helpen om moeilijke situaties met meer veerkracht en positiviteit te benaderen, omdat je gelooft dat je in staat bent om licht te brengen, zelfs in donkere tijden.
In een tijd waarin veel mensen worstelen met een negatief zelfbeeld, kan het concept van jezelf zien als een engelwezen een waardevolle bron van innerlijke kracht en veerkracht zijn. De uitdagingen van het moderne leven, met zijn nadruk op uiterlijke verschijning en prestatie, kunnen een aanzienlijke tol eisen op het gevoel van eigenwaarde van individuen.
In deze context kan het idee van jezelf als een engelwezen werken als een mentaal schild tegen de negatieve gedachten en invloeden die het zelfbeeld ondermijnen. Het geloof in de eigen capaciteit om licht te brengen, zelfs in donkere tijden, kan dienen als een innerlijke krachtbron. Het stelt individuen in staat moeilijke situaties met meer veerkracht en positiviteit te benaderen, omdat ze zichzelf beschouwen als dragers van hoop en positieve energie.
Bovendien worden engelen vaak geassocieerd met empathie en begrip voor anderen. Door jezelf te zien als een engel, ontstaat er een natuurlijke neiging om anderen met meer compassie en begrip te benaderen. Dit kan niet alleen het individuele welzijn bevorderen, maar ook bijdragen aan het creëren van gezondere relaties en het bevorderen van een positieve omgeving. Het idee van een engelwezen kan dienen als een gids voor het cultiveren van liefdevolle interacties en het verspreiden van positieve energie naar de mensen om je heen.
In een wereld waar zelfbeeldproblemen veelvoorkomend zijn, helpt het om jezelf te zien als een engel niet alleen om persoonlijke kracht en veerkracht te vinden, maar draagt het ook bij aan het creëren van een samenleving waarin compassie, begrip en positiviteit centraal staan. Het kan dienen als een tegenwicht tegen de heersende negativiteit en een herinnering aan de innerlijke waarde die ieder individu bezit, ongeacht externe maatstaven van succes of schoonheid.
Etymologisch: Betrekking hebbend op de oorsprong en geschiedenis van woorden.
Afgeleid: Verkregen uit een andere bron of oorsprong.
Concept: Een algemeen idee of principe.
Boodschapper: Iemand die berichten overbrengt, vaak van een hogere autoriteit.
Begripsmogelijkheden: De mate waarin iets kan worden begrepen of verwerkt.
Interpretaties: Manieren om iets te begrijpen of uit te leggen.
Dimensie: Een aspect of kenmerk van iets.
Metafoor: Een figuurlijke uitdrukking waarbij iets wordt vergeleken met iets anders.
Reflecteren: Overdenken of analyseren.
Overleveringen: Verhalen of tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven.
Ethiek: De studie van wat goed en slecht is in gedrag.
Roeping: Een sterk gevoel van bestemming of verplichting.
Zondeloosheid: De staat van vrij zijn van zonden.
Eeuwigheid: De toestand van tijdloosheid of oneindigheid.
Essentie: De kern of belangrijkste aard van iets.
Compassie: Medeleven of empathie met anderen.
Potentie: Mogelijkheid of capaciteit om iets te bereiken of te worden.
Intrinsiek: De echte, natuurlijke, innerlijke waarde of aard van iets.
Leer de kern van onze organisatie kennen met ons compacte handboek over de 21 Principes van De Natuurlijke Orde. Ontdek de essentie van onze waarden en word geïnspireerd door beknopte en krachtige beschrijvingen van elk principe. Download nu online het gratis e-boek en vind richting voor een leven in harmonie en verbondenheid. We laten de wereld weten waar we voor staan!
bottom of page